Wandelen door de Partnachklamm, must do in Beieren
Tijdens een persreis naar Garmisch-Partenkirchen krijg ik een verrassingsbezoek voorgeschoteld, namelijk een wandeling door de Partnachklamm. Deze kloof, ook wel Partnach Gorge genoemd, staat niet op het programma van de reis en is een te gek uitstapje. Ik ben dol op winterse taferelen, anders dan geprepareerde pistes! Maar wat ik uiteindelijk ga zien had ik ook weer niet verwacht.
Partnachklamm alias Partnach Gorge
De Partnachklamm ligt ten zuidoosten van Garmisch-Partenkirchen, in het Duitse Beieren en is sinds 1012 open voor publiek. De kloof is ruim 700 meter lang en heeft rotswanden van 80 meter hoog. De Partnach rivier voert smeltwater van gletsjers mee wat zorgt voor een kolkende watermassa in de smalle doorgang. Het water is afkomstig van de gletsjers op de Zugspitze. Het water verdwijnt onderaan de gletsjers in de bodem en komt op 1500 meter hoogte bij de bron weer naar boven, waarna de rivier zijn weg zoekt naar het lager gelegen Reintal. Hierdoor zijn meerdere kloven ontstaan maar de Partnachklamm is de bekendste.
Partnachklamm in de winter
Ik kon me, na bezoeken aan diverse andere kloven waaronder de Vintgar kloof in Slovenië, best goed voorstellen hoe de Partnachklamm er in de zomer uit zou zien. Ik deed vooraf mijn best met bedenken hoe zo’n kloof er in de winter uit zou zien. Wit, sneeuw en ijs. Maar mijn verwachtingen werden enorm overtroffen. Het is alsof ik op de set van Frozen ben aangekomen. Meters lange ijspegels, bevroren watervallen en rotsblokken in het water met een dikke laag sneeuw erop waar blauw gekleurd water tussendoor stroomt. Ik vind het niet te bevatten, zó mooi. En wat ook gezegd moet worden: als ik er aan het einde van de dag ben is het heel rustig. Jaarlijks bezoeken meer dan 300.000 mensen de Partnachklamm, maar ik denk dat het overgrote deel toch hier naartoe komt in de zomer.
Wandelen door de Partnachklamm
De wandeling van zo’n 700 meter door de kloof is niet zo lang en als je in 1x door loopt zul je binnen een kwartiertje aan de andere kant van de kloof staan. Alleen gebeurt dat natuurlijk bij niemand, want iedereen stopt meerdere keren om de wonderschone kloof vast te leggen op de gevoelige plaat. Het met staaldraad afgezette pad door de kloof is goed begaanbaar, zowel in de zomer als in de winter. In de winter wordt het wandelpad bestrooid met grind, zodat je betere grip hebt (snowsteps zijn echter altijd handig om bij je te hebben).
Het pad is smal en de rotsen hangen overal behoorlijk over. Geregeld bukken dus en oppassen voor je hoofd. Een no-go voor buggy’s en kinderwagens en wat mij betreft ook voor rugdragers. Als je met je gezin de Partnachklamm gaat bezoeken is het handig wanneer kinderen zelfstandig kunnen wandelen. Het pad loopt een aantal keren door uit de rotsen gehouwen tunnels, wat ervoor zorgt dat je na een tunnel weer een heel ander zicht op de kloof hebt.
Verder door wandelen na de Partnachklamm
Wandelingen door de Partnachklamm zijn makkelijk te verlengen. Zo kun je in de zomer een soort achtje maken. Ben je de kloof door gelopen, dan kun je bovenlangs via de Partnachklamm Brücke oversteken naar de andere zijde van de kloof. Ook kun je doorlopen naar Forsthaus Graseck. Van daaruit kan Berggasthof Eckbauer op 1236 meter de volgende stop zijn. De Alpspitze en de Zugspitze zie je vanaf hier mooi liggen. Terug naar het dal kun je kiezen tussen het wandelpad of de lift. Hou er wel rekening mee dat de paden behoorlijk steil kunnen zijn. Een nog langere wandeling (ca. 10 kilometer one-way) brengt je naar de Oberinntalhütte. Onderweg kun je een kijkje nemen bij het Königshaus am Schachen, gebouwd aan het einde van de 19e eeuw door Lodewijk II van Beieren. Een bijzondere plek, vooral voor geschiedenisliefhebbers.
Informatie over entreegelden en openingstijden Partnachklamm
Parkeren kan bij het Olympiastadion, vanwaar het ongeveer 25 minuten lopen is naar de ingang van de Partnachklamm. Meer informatie over de Partnachklamm, openingstijden, entreegelden en avondwandelingen met fakkels in de winter vind je op de website van Partnachklamm en op de website van Bayern.by.